Stijlperiode

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een stijlperiode in de architectuur verwijst naar een afgebakende tijdsperiode met specifieke kenmerken, ontwerpprincipes en decoratieve elementen die kenmerkend zijn voor gebouwen uit die tijd.

Omschrijving

Stijlperioden, ook wel bouwstijlen of stromingen genoemd, zijn essentieel voor het classificeren en begrijpen van architectuur door de geschiedenis heen. Elke periode weerspiegelt de heersende trends, culturele invloeden en technologische mogelijkheden. Ze helpen bij het identificeren en dateren van gebouwen en tonen de evolutie van architectuur.

Voorbeelden van stijlperioden

Er zijn talloze stijlperioden in de architectuur, zoals de Griekse oudheid, Romaans, Gotiek, Renaissance, Barok, Classicisme, Neoclassicisme, Neostijlen (Historisme), Jugendstil en Rationalisme. * Romaanse architectuur: Kenmerkend zijn rondbogen en massieve bouwvolumes (ca. 1000-1200). * Gotiek: Vaak gekenmerkt door hoge constructies, spitsbogen en grote glas-in-loodramen (ca. 1135-1500). * Renaissance: Terugkeer naar klassieke vormen, symmetrie en duidelijke verhoudingen (ca. 1400-1600). * Barok: Nadruk op drama, beweging en overdadige versiering (ca. 1600-1750). * Classicisme: Terugkeer naar de principes van de klassieke oudheid, met nadruk op symmetrie en verhoudingen (ca. 1630-1700). * Neostijlen (Historisme): In de 19e eeuw werd teruggegrepen op eerdere bouwstijlen zoals classicisme, gotiek en renaissance. * Jugendstil (Art Nouveau): Een nieuwe stijl aan het einde van de 19e eeuw met organische vormen en decoratieve elementen. * Rationalisme: Streeft naar vernieuwing met nadruk op functionaliteit en logische indeling (begin 20e eeuw).

Gebruikte bronnen: