Kalkbranderij

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een kalkbranderij is een productiefaciliteit, vaak bestaande uit een of meerdere ovens, waarin kalksteen, schelpen of mergel op hoge temperatuur worden verhit om ongebluste kalk (calciumoxide) te verkrijgen voor diverse toepassingen, zoals in de bouw en landbouw.

Omschrijving

In een kalkbranderij, ook wel kalkoven genoemd, wordt kalk geproduceerd door calciumcarbonaat (CaCO₃) bevattende grondstoffen, zoals kalksteen, schelpen of mergel, te branden bij temperaturen rond de 900 tot 1200°C. Dit proces, waarbij kooldioxide (CO₂) vrijkomt, resulteert in ongebluste kalk (calciumoxide, CaO). Ongebluste kalk kan vervolgens worden geblust door toevoeging van water, waarbij calciumhydroxide (Ca(OH)₂) ontstaat. Dit 'blussen' gebeurde vaak in een apart gebouw, het leshuis. Kalk was historisch gezien een essentieel bindmiddel voor mortel en pleisterwerk en werd ook gebruikt als bodemverbeteraar in de landbouw. De opkomst van cement betekende vanaf de 20e eeuw het einde van veel kalkbranderijen in Nederland, hoewel sommige bewaard zijn gebleven als industrieel erfgoed of een nieuwe functie hebben gekregen.

Geschiedenis en locaties

Het branden van kalk is een zeer oud proces, dat al duizenden jaren geleden werd toegepast. In Nederland introduceerden de Romeinen dit gebruik rond 75 n.Chr.. Vroege kalkovens waren vaak klein, maar vanaf de 16e eeuw, met de groei van steden en de behoefte aan bakstenen gebouwen, werden kalkbranderijen een van de eerste industriële complexen. Veel kalkbranderijen werden gevestigd aan waterwegen voor de aanvoer van grondstoffen (schelpen, kalksteen) en brandstof (turf, later steenkool), en de afvoer van de geproduceerde kalk. Bekende locaties van schelpkalkovens in Nederland zijn onder andere Huizen, Hasselt, Enkhuizen, Katwijk aan Zee, Dedemsvaart, Meppel en Diever. In Zuid-Limburg waren kalkbranderijen actief die Kunradersteen brandden.

Het Kalkbrandproces

Het kalkbrandproces omvat het verhitten van calciumcarbonaat (CaCO₃) tot hoge temperaturen in een kalkoven. Bij temperaturen rond de 900 tot 1200°C ontleedt het calciumcarbonaat in calciumoxide (CaO), de ongebluste kalk, en kooldioxide (CO₂) gas. De benodigde warmte werd oorspronkelijk geleverd door het stoken van hout of turf, later ook met steenkool. De ongebluste kalk die uit de oven kwam, werd vervolgens in een les- of blushuis met water behandeld (geblust) om calciumhydroxide (gebluste kalk) te maken, dat gebruikt werd als bindmiddel in mortel.

Vergelijkbare termen

Kalkoven

Gebruikte bronnen: