Aanlegbreedte

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

De aanlegbreedte is de berekende breedte van de fundering, met name bij een fundering op staal.

Omschrijving

De aanlegbreedte bepaalt de horizontale ruimte die nodig is voor de fundering van een constructie. Bij een fundering op staal is de aanlegbreedte een belangrijke ontwerpparameter. Een algemene ontwerpregel is dat de aanlegbreedte circa twee tot tweeënhalf maal de dikte van het opgaand werk bedraagt. Dit is gebaseerd op berekeningen om ervoor te zorgen dat de krachten van de constructie en de reacties van de grond goed samenvallen, wat essentieel is voor stabiliteit en het voorkomen van zettingen. Naast de pure breedte van de funderingszool kan de aanlegbreedte in een bredere context ook verwijzen naar de totale benodigde breedte van het grondoppervlak voor de aanleg van een constructie, inclusief eventuele ruimte voor taluds of tijdelijke ondersteuningen tijdens de bouw.

Relatie tot opgaand werk

Een veelgebruikte vuistregel in de bouw is dat de aanlegbreedte van een fundering op staal ongeveer 2 tot 2,5 keer de dikte is van de muur of het opgaande werk dat erop rust. Bijvoorbeeld, bij een muurdikte van 300 mm kan de aanlegbreedte circa 700 mm tot 750 mm zijn. Deze verhouding helpt bij het correct overbrengen van belastingen naar de ondergrond.

Context in grondwerk en wegenbouw

In bredere zin kan de term aanlegbreedte ook het grondoppervlak aanduiden dat nodig is voor de aanleg van infrastructuur zoals wegen. Dit omvat dan niet alleen de verharding zelf, maar ook de bermen en eventuele taluds die nodig zijn voor de stabiliteit van het gehele werk. Het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw noemt aanlegbreedte in de context van de wegbaan.

Vergelijkbare termen

Aanlegdiepte

Gebruikte bronnen: