Viscositeit

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Viscositeit is een maat voor de weerstand van een vloeistof tegen stroming of vervorming, ook wel aangeduid als stroperigheid of taaivloeibaarheid.

Omschrijving

Viscositeit beschrijft de interne wrijving in een vloeistof wanneer deeltjes langs elkaar bewegen. Een vloeistof met een lage viscositeit stroomt gemakkelijk (zoals water), terwijl een vloeistof met een hoge viscositeit dikker en stroperiger is (zoals stroop). In de bouw speelt viscositeit een belangrijke rol bij de verwerkbaarheid en het gedrag van materialen zoals betonmortel en verf. De temperatuur heeft een significante invloed op de viscositeit van de meeste vloeistoffen; bij hogere temperaturen neemt de viscositeit doorgaans af en wordt de vloeistof dunner.

Toepassingen in de Bouw

In de bouw is inzicht in viscositeit essentieel voor diverse materialen. Bij betonmortel beïnvloedt de viscositeit de verwerkbaarheid, het vulgedrag (met name bij zelfverdichtend beton) en de stabiliteit van het mengsel om ontmenging te voorkomen. De vloeibaarheid van vers beton wordt uitgedrukt in consistentieklassen. Bij verf is de viscositeit bepalend voor hoe goed de verf vloeit en aangebracht kan worden met bijvoorbeeld een spuitpistool. Ook bij andere bouwgerelateerde vloeistoffen zoals hydraulische olie kan de viscositeit van belang zijn voor de juiste werking.

Meting

Viscositeit kan op verschillende manieren worden gemeten. Gangbare methoden maken gebruik van viscometers (ook wel viscosimeters genoemd). Er zijn diverse typen viscometers, zoals rotatie-viscometers waarbij de weerstand van een ronddraaiend element in de vloeistof wordt bepaald, en viscositeitsbekers waarbij de uitlooptijd van een bepaald volume vloeistof door een gekalibreerde opening wordt gemeten. Voor betonspecie kan de viscositeit onder andere worden bepaald met een V-trechtertest, waarbij de tijd gemeten wordt die nodig is voor het beton om uit de trechter te lopen.

Vergelijkbare termen

Reologie

Gebruikte bronnen: