Stollingsgesteente
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Stollingsgesteente is gesteente dat ontstaat door de stolling en afkoeling van magma (ondergronds) of lava (aan het aardoppervlak).
Omschrijving
Stollingsgesteenten vormen een van de drie hoofdgroepen gesteenten op aarde, naast sedimentaire en metamorfe gesteenten. De naam 'stollings' is afgeleid van het Latijnse woord 'ignis', wat 'vuur' betekent, verwijzend naar de oorsprong uit gesmolten materiaal. Wanneer magma diep in de aardkorst stolt, heet dit dieptegesteente (of plutonisch gesteente). Dit proces gaat langzaam, waardoor grote kristallen kunnen ontstaan. Stolling aan het aardoppervlak uit lava, bijvoorbeeld na een vulkaanuitbarsting, leidt tot uitvloeiingsgesteente (of extrusief gesteente). Hierbij vindt de afkoeling sneller plaats, wat resulteert in kleinere kristallen of zelfs een glasachtige structuur.
Soorten Stollingsgesteente
Op basis van de plaats van stolling worden stollingsgesteenten onderverdeeld in drie hoofdtypen:
* Dieptegesteente (Plutonisch gesteente): Ontstaat door langzame afkoeling van magma diep onder het aardoppervlak. Door de trage stolling hebben mineralen de tijd om grote kristallen te vormen. Voorbeelden zijn graniet en gabbro.
* Ganggesteente (Hypo-abyssisch gesteente): Vormt zich door stolling van magma in scheuren of gangen in de aardkorst. De afkoelsnelheid ligt tussen die van diepte- en uitvloeiingsgesteenten, wat kan leiden tot een structuur met zowel grote als kleine kristallen (porfierische structuur).
* Uitvloeiingsgesteente (Extrusief of vulkanisch gesteente): Ontstaat door snelle afkoeling van lava aan het aardoppervlak. Door de snelle stolling is er weinig tijd voor kristalgroei, wat resulteert in fijnkorrelige gesteenten of vulkanisch glas. Voorbeelden zijn basalt en trachiet.
Toepassingen in de Bouw
Stollingsgesteenten, met name dieptegesteenten zoals graniet en uitvloeiingsgesteenten zoals basalt, worden veelvuldig toegepast als natuursteen in de bouw en civiele techniek. Graniet wordt gebruikt voor onder andere gevelbekleding, vloeren en aanrechtbladen vanwege de hardheid en duurzaamheid. Basalt is door zijn hoge slijtvastheid en resistentie tegen verwering geschikt voor dijk- en oeverbekleding, wegdek en kademuren. Trachiet is in het verleden ook toegepast in gebouwen voor bijvoorbeeld kolommen en consoles. De specifieke eigenschappen van het gesteente, zoals hardheid, druksterkte, slijtvastheid en weersbestendigheid, bepalen de geschiktheid voor verschillende toepassingen.
Vergelijkbare termen
Magma
Gebruikte bronnen: