Gotische stijl

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

De Gotische stijl is een Europese bouwstijl uit de late middeleeuwen (circa 1140-1500) die zich kenmerkt door het gebruik van spitsbogen, kruisribgewelven, luchtbogen en steunberen, waardoor hogere en lichter ogende gebouwen mogelijk werden.

Omschrijving

De Gotische architectuur ontstond rond 1140 in Frankrijk, als opvolger van de Romaanse bouwkunst. Een belangrijk aspect is de nieuwe constructiemethode waarbij de druk van de overspanning via ribben, zuilen en luchtbogen wordt afgeleid, waardoor de muren hun dragende functie verloren en er grote, hoge vensters met glas-in-lood konden worden toegepast. Dit resulteerde in gebouwen die niet alleen veel hoger waren, maar ook overdadig veel licht binnenlieten, wat aansloot bij theologische ideeën over licht als oorsprong van de wereld. Gotische gebouwen vallen op door hun verticaliteit, de indrukwekkende hoogte en de rijke versieringen, waaronder beeldhouwwerken en gebrandschilderde ramen. De stijl verspreidde zich vanuit Frankrijk over Europa, waarbij per regio specifieke varianten ontstonden, zoals de Brabantse gotiek en de baksteengotiek. Voorbeelden van Gotische architectuur zijn te vinden in vele Europese steden en omvatten met name kathedralen en kerken, maar ook profane gebouwen.

Kenmerken

Belangrijke kenmerken van de Gotische stijl zijn de toepassing van spitsbogen, die hogere constructies mogelijk maakten en de verticale richting accentueerden. Kruisribgewelven hielpen bij het verdelen van het gewicht van het dak naar specifieke punten. Externe luchtbogen en steunberen vingen een deel van de zijwaartse druk op, waardoor dunnere muren konden worden gerealiseerd en grote vensterpartijen mogelijk werden. Roosvensters en hoge glas-in-loodramen zijn eveneens typerend en zorgden voor veel lichtinval. De gebouwen, vaak kerken en kathedralen, hebben doorgaans een kruisvormige plattegrond met een kooromgang en straalkapellen. De constructie kan worden gezien als een skeletbouw.

Ontwikkeling en verspreiding

De Gotische stijl kende verschillende perioden, waaronder de vroeggotiek (ca. 1140-1200), hooggotiek of rayonnante gotiek (1200-1300) en laatgotiek of flamboyante gotiek (1300-1500). De stijl begon in Frankrijk, met de abdij van Saint-Denis als vroeg voorbeeld. Rond de dertiende eeuw verspreidde de gotiek zich over grote delen van Europa, hoewel de stijl in Italië minder algemeen werd omarmd ten gunste van de klassieke bouwkunst. Regionale varianten ontwikkelden zich, zoals de Brabantse gotiek met rijkelijk versierde gevels en de baksteengotiek, gekenmerkt door het gebruik van baksteen.

Gebruikte bronnen: