Dijkbewaking
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Dijkbewaking is een onderdeel van crisisbeheersing door waterschappen waarbij dijken worden geïnspecteerd, met name bij aanhoudend hoogwater, om tekenen van verzwakking vroegtijdig waar te nemen en zo nodig maatregelen te treffen.
Omschrijving
Dijkbewaking behoort tot het brede terrein van waterveiligheid, inspecteren, beheren en onderhouden van waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen en kades. Het doel is het tijdig signaleren van potentiële problemen die de stabiliteit van de dijk in gevaar kunnen brengen, zoals beschadigingen, scheuren, vervormingen, uittredend water (kwel of piping), of overloop en overslag van water. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 'koude' en 'warme' dijkbewaking. Koude dijkbewaking betreft de reguliere inspecties, bijvoorbeeld in het voor- en najaar, waarbij gecontroleerd wordt op algemene staat en uitgevoerd onderhoud. Warme dijkbewaking wordt ingesteld bij dreigend hoogwater, waarbij de inspecties intensiever zijn en er continu gepatrouilleerd wordt door dijkwachters, vaak vrijwilligers, om de dijk 24 uur per dag te observeren. De waargenomen afwijkingen worden gemeld en geregistreerd om een juiste diagnose te kunnen stellen en eventuele noodmaatregelen te nemen.
Methoden en Technieken
Traditioneel vindt dijkbewaking plaats door visuele inspectie te voet, per fiets of auto. Bij dreigend hoogwater patrouilleren dijkwachters langs de dijk op zoek naar onregelmatigheden. Moderne technologieën worden in toenemende mate ingezet ter ondersteuning van dijkbewaking. Hieronder vallen onder andere het gebruik van drones uitgerust met diverse sensoren voor gedetailleerde beeldvorming en het detecteren van ondergrondse problemen, en optische glasfibertechniek voor real-time monitoring van vormveranderingen. Deze technieken helpen bij het vroegtijdig opsporen van potentiële faalmechanismen en het gerichter uitvoeren van inspecties en onderhoud.
Faalmechanismen
Bij dijkbewaking wordt specifiek gezocht naar tekenen van diverse faalmechanismen die kunnen leiden tot een dijkdoorbraak. Enkele belangrijke faalmechanismen zijn onder andere overloop (water stroomt over de kruin), overslag (water slaat over de kruin door wind), piping of onderloopsheid (water stroomt onder de dijk door en neemt zand mee), afschuiven (deel van de dijk schuift weg), scheurvorming (door droogte of andere oorzaken) en schade door drijvende objecten of graafwerkzaamheden van dieren zoals muskusratten. Het herkennen en melden van deze schadebeelden is cruciaal voor het nemen van tijdige noodmaatregelen.
Vergelijkbare termen
Dijkbeheer
Gebruikte bronnen: