Vakwerkhuis

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een vakwerkhuis is een gebouw waarvan de dragende muren bestaan uit een houten skelet van balken, waarbij de ruimtes tussen de balken zijn opgevuld met ander materiaal zoals vitselstek (vlechtwerk met leem) of baksteen.

Omschrijving

Vakwerk is een bouwwijze waarbij een houten constructie, bestaande uit verticale stijlen, horizontale regels en diagonale schoren, het dragende deel vormt van de wanden. Dit is een vorm van houtskeletbouw, waarbij het skelet zichtbaar blijft aan de buitenzijde. De 'vakken' tussen de houten balken worden opgevuld. Oorspronkelijk gebeurde dit vaak met vitselstek, een vlechtwerk van twijgen dat werd bestreken met een mengsel van leem en stro. Later werd ook baksteen gebruikt als invulling.

Geschiedenis en verspreiding

Vakwerkbouw kent een lange geschiedenis en was in Europa wijdverbreid. De bloeiperiode lag tussen de 13e en 17e eeuw, mede door bevolkingsgroei en verstedelijking, waardoor er een grotere vraag naar bouwmateriaal ontstond. Vakwerk was een sneller en goedkoper alternatief voor steenbouw, vooral in gebieden waar natuursteen minder voorhanden of betaalbaar was. De techniek werd toegepast in diverse Europese landen, waaronder Duitsland, Nederland (met name Limburg en Oost-Nederland), België en Engeland, en ook daarbuiten. Hoewel de traditionele vakwerkbouw vanaf de 20e eeuw afnam, mede door intensiever onderhoud en veranderende eisen, wordt de techniek tegenwoordig op kleine schaal weer toegepast in de ecologische bouw en zijn er moderne varianten met gelamineerd hout en blinde verbindingen. De oudst bekende vakwerkhuizen dateren uit de late 12e eeuw. Het oudste vakwerkhuis van Nederland bevindt zich in Maastricht en dateert uit 1406.

Constructie en materialen

De houten balken in een vakwerkconstructie vormen een stelsel van rechthoeken en/of driehoeken, die met name door pen-en-gat verbindingen aan elkaar zijn bevestigd. Naast de traditionele opvulling met vitselstek van twijgen en leem, werd later steeds vaker baksteen gebruikt om de vakken te dichten. De kleur van het houten skelet is vaak de natuurlijke kleur van het hout, donkerbruin of zwart (vroeger door teren), terwijl het pleisterwerk meestal wit is. Historisch werd vaak eikenhout gebruikt vanwege de kracht en duurzaamheid. Moderne vakwerkconstructies kunnen ook worden uitgevoerd met gelamineerd hout en met blinde verbindingen. De constructie staat vaak op een voetmuur van baksteen om het hout tegen vocht te beschermen.

Gebruikte bronnen: