Ribbenboog

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een ribbenboog, ook wel gewelfrib genoemd, is een meestal stenen strook aan de onderzijde van een gewelf, vaak gekromd en lang, die dient om het gewicht van het gewelf en de gewelfkappen te dragen en de krachten te concentreren op de steunpunten.

Omschrijving

Ribbenbogen zijn kenmerkend voor de gotische architectuur, waar ze een cruciale rol spelen in de constructie van gewelven. In tegenstelling tot de massieve gewelven uit de romaanse periode, waarbij de muren dragend waren, worden bij een ribgewelf de krachten voornamelijk via de ribben overgebracht naar de pijlers, kolommen of muren. Dit maakt het mogelijk om lichtere en hogere gewelven te bouwen en grotere vensters in de muren aan te brengen. Ribben kunnen zowel een dragende functie hebben, waarbij ze het gewicht van het gewelf dragen, als een decoratieve functie om het patroon van het gewelf te verfraaien. Ze beginnen meestal op een zuil, console of in de muur en eindigen bovenaan in een sluitsteen of gewelfsleutel. De toepassing van ribben in gewelven begon al in de romano-gotiek, maar de dragende functie werd pas prominent in de gotiek.

Toepassing en soorten

Ribbenbogen worden voornamelijk toegepast in gewelven, zoals kruisribgewelven, stergewelven, netgewelven en waaiergewelven. Bij een kruisribgewelf worden eerst de gordels en ribben gemetseld, waarna de gewelfvelden ertussen worden aangebracht. De kruisribben, ook wel diagonaalribben genoemd, dragen het gewelf en brengen de druk over op de ondersteuningen. In de late gotiek werden naast dragende ribben ook hulp- of sierribben toegevoegd om de gewelven complexer en decoratiever te maken.

Vergelijkbare termen

Kruisribgewelf

Gebruikte bronnen: