Regentuin
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een regentuin is een verdiept aangelegd plantvak dat regenwater opvangt van verharde oppervlakken om het lokaal te bufferen en te laten infiltreren in de bodem, wat helpt wateroverlast en verdroging tegen te gaan.
Omschrijving
Regentuinen, ook wel raingardens, infiltratievakken of watervertragende groenstroken genoemd, zijn ontworpen om overtollig regenwater op te vangen en vertraagd af te voeren of in de bodem te laten zakken. Ze lijken op wadi's, maar worden vaak meer 'engineered' aangelegd, waarbij technieken en materialen zoals granulaat (grind of kleikorrels) worden gebruikt om de infiltratie en filtering te verbeteren. Regenwater stroomt naar de regentuin, infiltreert door lagen met tuinaarde, granulaat en eventueel zand en grind. De plantenwortels nemen een deel van het water op en helpen de bodemstructuur open te houden, wat de doorlatendheid bevordert. Verontreinigingen in het water worden door de bodem, wortelzone en toegevoegde materialen gefilterd. Bij hevige regenval kan een overloop het teveel aan water afvoeren naar bijvoorbeeld oppervlaktewater of het riool. Regentuinen dragen bij aan het aanvullen van grondwater, het ontlasten van riolering en het bevorderen van biodiversiteit door geschikte beplanting te gebruiken.
Toepassing en voordelen
Regentuinen worden veel toegepast in stedelijk gebied waar vaak beperkte ruimte is, mede doordat ze met steile wanden relatief weinig oppervlak innemen. Ze kunnen regenwater van parkeerplaatsen, straten en bebouwing verwerken. Naast het voorkomen van wateroverlast en aanvullen van grondwater, zuiveren regentuinen het regenwater door filtering van verontreinigingen zoals metalen, bacteriën en vaste deeltjes. De beplanting in regentuinen, bij voorkeur inheemse soorten die bestand zijn tegen wisselende vochtigheden, draagt bij aan het vergroten van de stedelijke biodiversiteit en trekt vlinders en bijen aan. Ze kunnen zowel functioneel als esthetisch worden ingepast.
Aanleg en onderhoud
De aanleg van een regentuin begint bij het ontwerp, waarbij rekening gehouden wordt met hellingen, afvoerpunten, bodemkwaliteit en grondwaterstand. Een goed doorlatende bodem is cruciaal; bij verdichte grond kan het nodig zijn deze los te maken en te verbeteren met bijvoorbeeld zand of organisch materiaal. De dimensionering hangt af van het aan te sluiten oppervlak en de doorlatendheid van de ondergrond. De regentuin wordt zo ontworpen dat deze binnen 24 tot maximaal 48 uur na een bui weer leeg is. In slecht doorlatende bodems kan een infiltratietransportriool worden aangelegd. De bovenste laag bestaat vaak uit een zand-grondmengsel voor beplanting, met daaronder lagen van zand, grind of andere mengsels voor buffering en infiltratie. Onderhoud van de beplanting is vergelijkbaar met reguliere groenstroken. Regelmatige controle van de infiltratie en de overloop is aan te raden, zeker na zware regenval. Voor grote oppervlakken kan voorzuivering het onderhoud beperken.
Vergelijkbare termen
Watertuin |
Hemelwatertuin |
Regenwaterbuffer
Gebruikte bronnen: