Noest

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een noest is het deel van een tak dat is ingegroeid in het stamhout van een boom.

Omschrijving

Noesten, ook wel kwasten genoemd, zijn zichtbaar in gezaagd hout als ronde, ovale of grillige vormen die vaak harder en donkerder zijn dan het omliggende hout. Ze ontstaan op de plek waar een zijtak aan de boom groeide. De manier waarop een noest eruitziet en zich gedraagt in verwerkt hout is afhankelijk van of de tak levend of dood was tijdens het ingroeien. Dit beïnvloedt de sterkte en de bewerkbaarheid van het hout. Hout met noesten is over het algemeen goedkoper dan noestvrij hout en kan in extreme gevallen minder geschikt zijn voor constructieve toepassingen, omdat noesten de sterkte van het hout verminderen en bewerking bemoeilijken. Losse noesten kunnen tijdens het bewerken uit het hout vallen, wat resulteert in een kwastgat.

Soorten noesten

Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten noesten, afhankelijk van hun vorm en hoe ze in het hout zijn vergroeid: * Vaste of vergroeide kwast: Afkomstig van levende takken die met de stam zijn meegegroeid en voor een groot deel zijn vergroeid met het omliggende hout. * Losse of dode kwast: Ontstaat bij takken die afsterven tijdens de groei van de boom. Deze zitten vaak minder vast en kunnen uit het hout vallen. * Ongezonde noest: Een noest die kan uitvallen. * Platte of langwerpige kwast: Een kwast waarvan de grootste diameter aanzienlijk groter is dan de kleinste. * Kantkwast: Een kwast die alleen aan de zijkant van een plank zichtbaar is. * Ribkwast: Een kwast die zowel aan de zijkant als aan de brede zijde van de plank te zien is. * Schietkwast of splitkwast: Een kwast die in de lengterichting is doorgezaagd. * Pijpkwast: Een doorgaande schietkwast aan de zijkant van een plank. * Kruiskwast: Een kruisvormige kwast die voorkomt in naaldhout bij een takkrans. * Pit of pitkwast: Een kleine, gezonde, ronde of ovale kwast kleiner dan 5 mm. * Kattenpoot: Een groep van drie of meer pitten bij elkaar. * Paardenpoot: Een overblijfsel van grote, vaak verrotte, kwasten waar overheen nieuw hout en schors is gegroeid. * Kwastgroep: Een verzameling van te dicht bij elkaar liggende noesten.

Vergelijkbare termen

Houtnerf

Gebruikte bronnen: