Luchtlektest

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een luchtlektest, ook bekend als blowerdoortest of luchtdichtheidsmeting, is een meting van de luchtdichtheid van een gebouw om ongecontroleerde luchtstromen door kieren en naden in de gebouwschil op te sporen en te kwantificeren.

Omschrijving

Bij een luchtlektest wordt een ventilator, vaak geplaatst in een deur- of raamopening, gebruikt om een drukverschil (over- of onderdruk) te creëren tussen de binnen- en buitenkant van een gebouw, typisch met een drukverschil van 50 Pascal (Pa). Dit gesimuleerde drukverschil komt overeen met een windkracht van ongeveer 5 Beaufort. De hoeveelheid lucht die bij dit drukverschil door de gebouwschil stroomt, het lekdebiet, wordt gemeten. Metingen worden meestal uitgevoerd bij zowel over- als onderdruk, en het gemiddelde van de gemeten luchtdebieten bij 50 Pa wordt gebruikt om de luchtdichtheid van het gebouw te bepalen (V50 in m³/uur). De luchtdichtheid kan ook worden uitgedrukt als de qv;10-waarde, wat het luchtverlies per seconde per vierkante meter vloeroppervlak is bij een drukverschil van 10 Pa. Het opsporen van de exacte locaties van luchtlekken kan visueel gebeuren met behulp van rook of nevel bij onder- of overdruk, of met thermografie (infraroodfoto's) om temperatuurverschillen door luchtstromen zichtbaar te maken.

Doel en belang

Het doel van een luchtlektest is het ontdekken van ongewenste luchtlekken in de gebouwschil. Deze lekken leiden tot ongecontroleerde luchtstromen, wat diverse nadelige gevolgen heeft. Zo gaat er energie verloren door warmteverlies bij verwarmen en koelen, wat resulteert in hogere energiekosten en een verminderde energie-efficiëntie. Luchtlekken kunnen ook leiden tot tocht en temperatuurschommelingen, wat het thermisch comfort negatief beïnvloedt. Daarnaast verhogen luchtlekken het risico op inwendige condensatie in bouwconstructies, wat kan leiden tot vochtproblemen en schade. Ook kunnen luchtlekken de geluidsisolatie verminderen en invloed hebben op de brandveiligheid en stofdichting van een gebouw. Luchtdichtheid speelt een belangrijke rol bij het voldoen aan de BENG-eisen (Bijna EnergieNeutraal Gebouw) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB), waarbij strengere eisen worden gesteld aan de energieprestatie van gebouwen. Een goede luchtdichting, gecombineerd met isolatie en gecontroleerde ventilatie, is essentieel voor een energiezuinig, comfortabel en gezond binnenklimaat.

Uitvoering en moment van meting

De luchtlektest wordt uitgevoerd met behulp van een blowerdoor, een computergestuurde ventilator die luchtdicht in een opening van de gebouwschil wordt geplaatst. Alle andere geplande ventilatieopeningen, zoals roosters, worden tijdelijk gesloten of afgekoppeld, evenals dak- en geveldoorvoeringen. De ventilator creëert vervolgens de onder- en/of overdruk in het gebouw, terwijl sensoren de druk en het luchtdebiet registreren. Het meest geschikte moment voor een luchtlektest is vlak voor de afbouw of vlak voor de oplevering van een nieuw gebouw. Op dit moment zijn eventuele luchtlekken nog relatief eenvoudig op te sporen en te herstellen. Tussentijdse metingen tijdens de bouw zijn ook waardevol om de voortgang van de luchtdichting te controleren en direct bij te sturen waar nodig. Bij oplevering wordt de test vaak uitgevoerd door een onafhankelijk bedrijf.

Vergelijkbare termen

Luchtdichtheidstest

Gebruikte bronnen: