Lepelboor

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een lepelboor is een handgereedschap met een lepelvormig uiteinde dat wordt gebruikt voor het maken of vergroten van gaten in hout, met name in de traditionele scheepsbouw, molenbouw en klompenmakerij.

Omschrijving

De lepelboor bestaat uit een stang met aan het ene uiteinde een handvat en aan het andere uiteinde het boorgedeelte, dat de vorm heeft van een uitgeholde, doorgesneden buis met scherpe randen en vaak een scherpe punt. Dit gereedschap wordt handmatig bediend, waarbij met spierkracht druk wordt uitgeoefend om door het materiaal te snijden of te graven. In tegenstelling tot moderne spiraalboren, die spanen afvoeren via een spiraal, blijft het uitgegraven materiaal bij een lepelboor in het lepelgedeelte zitten. Lepelboren werden historisch veel gebruikt voor het uithollen van houten objecten, zoals klompen of boomstammen voor waterleidingen (pompijzers of pompboren genoemd). Ook werden ze ingezet om boorgaten die met kleinere boren waren gemaakt, geleidelijk te vergroten tot de gewenste diameter.

Toepassingsgebieden

Lepelboren waren traditioneel belangrijke gereedschappen in diverse ambachten. Ze werden veelvuldig gebruikt in de scheepsbouw en molenbouw. Een andere bekende toepassing is het uithollen van hout voor het vervaardigen van klompen. Ook werden speciale, dikke lepelboren, pompboren of pompijzers genaamd, gebruikt voor het uithollen van boomstammen om water- of olieleidingen te maken. Tegenwoordig worden lepelboren minder vaak gebruikt dan vroeger, mede door de opkomst van elektrisch gereedschap.

Vergelijkbare termen

Handboor

Gebruikte bronnen: