Fries
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een fries is een horizontale band, al dan niet versierd, die in de klassieke bouwkunst deel uitmaakt van het hoofdgestel en zich bevindt tussen de architraaf en de kroonlijst.
Omschrijving
In de klassieke bouwkunst is het fries een horizontaal element dat boven de architraaf (de balk die op de zuilen rust) en onder de kroonlijst (het bovenste lijstwerk) geplaatst is en behoort tot het hoofdgestel (entablement). Dit horizontale deel kan een doorlopende versiering bevatten, zoals schilder- of beeldhouwwerk, reliëf, metselwerk of mozaïek. In de Dorische bouworde bestaat het fries uit een afwisseling van trigliefen (verticale sleuven) en metopen (vaak versierde platen hiertussen). Bij de Ionische orde is het fries doorlopend en vaak voorzien van beeldhouwwerk in reliëf. Friezen worden in ruimere zin ook gebruikt als decoratieve horizontale banden om muurvlakken aan de bovenzijde te begrenzen of in te delen.
Etymologie
Het woord 'fries' is via het Franse 'frise' vermoedelijk ontleend aan het middeleeuws Latijnse 'frisium', een nevenvorm van 'frigium' of 'phrygium', wat 'versiersel' of 'franje' betekent. Dit woord gaat terug op de volksnaam van de Frygiërs, die bekend stonden om hun artistieke eigenschappen.
Soorten Friezen
Naast het klassieke fries in het entablement, zijn er in de architectuur verschillende soorten friezen die gebruikt worden ter decoratie van gevels of interieurs. Voorbeelden hiervan zijn boogfriezen, keperfriezen, kruisboogfriezen, rondboogfriezen, spitsboogfriezen en zaagtandfriezen. Een boogfries bestaat uit een reeks bogen, vaak rustend op consoles of kraagstenen.
Vergelijkbare termen
Architraaf
Gebruikte bronnen: