Dekzand
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Dekzand is fijnkorrelig zand dat tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, door wind over grote delen van Nederland is afgezet.
Omschrijving
Dekzand is ontstaan in een koude, vegetatiearme periode (toendra of poolwoestijn) van het Pleistoceen, het Weichselien (ongeveer 20.000 jaar geleden). Door harde wind werd fijn zand, afkomstig van bijvoorbeeld rivierbeddingen en stuwwallen, als een 'deken' over het landschap verspreid. Om deze reden wordt dekzand ook wel eolisch zand of stuifzand genoemd. Het zand bestaat doorgaans uit afgeronde korrels met een diameter tussen 105 en 210 micrometer en heeft vaak een gele tot lichtgrijze kleur. Door het transport door de wind hebben de korrels een mat oppervlak. Geologisch wordt dekzand ingedeeld bij de Formatie van Boxtel. De afzettingen variëren in dikte van enkele decimeters tot meters en kunnen zowel vlak als licht golvend zijn, soms met langgerekte dekzandruggen van 1 tot 2 meter hoog. Dekzand is goed waterdoorlatend, met een doorlatendheidscoëfficiënt (k-waarde) die als goed wordt beschouwd voor infiltratie. Dit maakt het geschikt voor diverse toepassingen in de bouw en civiele techniek. Hoewel de oorspronkelijke definitie dekzand relateerde aan gebruik als afwerklaag of ophoogmateriaal, ligt de primaire betekenis in de geologische oorsprong als windafzetting uit de ijstijd.
Toepassingen
Vanwege de goede waterdoorlatendheid en de eigenschap om gemakkelijk te verdichten, wordt dekzand in de bouw en grond-, weg- en waterbouw op verschillende manieren toegepast. Het kan dienen als ophoogzand of vulzand voor het ophogen van terreinen, als straatzand onder bestrating om een stabiele en waterdoorlatende laag te creëren, of als drainagezand.
Dekzandruggen en landschap
In dekzandlandschappen komen vaak dekzandruggen voor. Dit zijn langgerekte of paraboolvormige verhogingen in het landschap die ontstonden doordat de wind het zand op bepaalde plaatsen ophoopte, soms achter obstakels zoals zwerfkeien. Deze ruggen kunnen een hoogteverschil van 1 tot 3 meter hebben ten opzichte van de omliggende laagten. Dekzandlandschappen beslaan grote delen van Nederland, met name in het oosten, zuiden en midden. Het landschap is gevormd tijdens het Pleistoceen en kenmerkt zich door een licht glooiend tot bijna vlak uiterlijk, afgewisseld met de eerdergenoemde ruggen en laagten.
Vergelijkbare termen
Bestratingszand
Gebruikte bronnen: