Bodemdoorlaatbaarheid
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Bodemdoorlaatbaarheid, ook wel permeabiliteit genoemd, beschrijft het vermogen van de bodem of een constructie om water door te laten.
Omschrijving
De doorlaatbaarheid van de bodem is een belangrijke eigenschap in de bouwkunde, relevant bij onder andere het ontwerp van funderingen, drainagesystemen en infiltratievoorzieningen. Dit vermogen wordt uitgedrukt in een k-waarde, ook bekend als de doorlatendheidscoëfficiënt of hydrologische conductiviteit. De k-waarde wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals de korrelgrootte en sortering van de gronddeeltjes, het slib- en grindgehalte, de aanwezigheid van organisch materiaal en de compactheid van de bodem. Zo hebben materialen met grote, goed verbonden poriën, zoals grind of zand, een hoge doorlatendheid, terwijl dichte materialen zoals klei juist een lage doorlatendheid hebben. In gelaagde bodems kan de doorlaatbaarheid horizontaal beduidend hoger zijn dan verticaal. Een goede doorlaatbaarheid van de bodem is essentieel om wateroverlast te voorkomen en het grondwater aan te vullen.
Meten van bodemdoorlaatbaarheid
De doorlaatbaarheid van de bodem kan op verschillende manieren worden gemeten. Dit kan zowel in een laboratorium met behulp van een permeameter, waarbij de waterstroom door een grondmonster wordt gemeten, als in het veld. Veldmetingen omvatten onder andere pompproeven, waarbij de daling van het waterpeil in een put wordt gemonitord, of infiltratietests zoals de Hooghoudt boorgatmethode, de Porchet methode of de dubbele ring infiltrometer, waarbij de infiltratie van water in de bodem wordt gemeten. Deze metingen leveren de k-waarde op, uitgedrukt in bijvoorbeeld meters per dag (m/dag) of meters per seconde (m/s).
Vergelijkbare termen
Grondpermeabiliteit
Gebruikte bronnen: