Blindvermogen
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Blindvermogen is een deel van het elektrische vermogen in een wisselstroomcircuit dat nodig is voor het opbouwen van magnetische of elektrische velden in componenten zoals spoelen, transformatoren en condensatoren, maar dat zelf geen nuttige energie levert.
Omschrijving
In wisselstroomnetten werken spanning en stroom in sinusgolven. In een ideale situatie lopen deze golven synchroon, wat betekent dat het maximale vermogen continu wordt geleverd. Bij veel elektrische apparaten, zoals elektromotoren, transformatoren en elektronica, treedt echter faseverschuiving op tussen de spanning en de stroom door de aanwezigheid van spoelen (inductie) of condensatoren (capaciteit). Deze faseverschuiving veroorzaakt blindvermogen. Bij inductieve belastingen ijlt de stroom na op de spanning, terwijl bij capacitieve belastingen de stroom voorijlt. Blindvermogen levert geen nuttige arbeid, in tegenstelling tot actief vermogen (werkelijk vermogen), dat wordt omgezet in bijvoorbeeld mechanische energie, licht of warmte. Blindvermogen wordt uitgedrukt in volt-ampère reactief (VAr).
Soorten Blindvermogen
Blindvermogen kan worden onderverdeeld in verschillende soorten op basis van de oorzaak van de faseverschuiving. Inductief blindvermogen ontstaat door inductieve belastingen zoals transformatoren en elektromotoren, waarbij de stroom achterblijft op de spanning. Capacitief blindvermogen wordt veroorzaakt door capacitieve belastingen, zoals elektronica of condensatorbanken, waarbij de stroom voorloopt op de spanning. Daarnaast bestaat er distortie blindvermogen, dat ontstaat door harmonische componenten in de stroom, vaak voorkomend bij niet-lineaire belastingen zoals gelijkrichters en frequentieregelaars.
Gevolgen en Compensatie
Overmatig blindvermogen kan leiden tot diverse problemen in elektrische installaties en op het net. Dit omvat onder andere extra belasting op kabels en transformatoren, warmteverliezen, oververhitting, en potentieel hogere energiekosten of zelfs boetes van de netbeheerder bij grootverbruikers met een te lage arbeidsfactor (cosinus phi). Een te lage arbeidsfactor betekent dat er meer schijnbaar vermogen (bestaande uit actief- en blindvermogen) getransporteerd moet worden voor dezelfde hoeveelheid nuttig (actief) vermogen. Om blindvermogen te beperken en de arbeidsfactor te verbeteren, wordt vaak blindstroomcompensatie toegepast. De meest voorkomende methode is het installeren van condensatorbanken, die capacitief blindvermogen leveren om inductief blindvermogen te compenseren. Ook statische VAR-generatoren kunnen worden ingezet; deze kunnen zowel inductief als capacitief blindvermogen compenseren en zijn beter bestand tegen wisselende belastingen en harmonische spanningen. Het belang van blindvermogencompensatie wordt ook benadrukt door wetgeving en eisen die netbeheerders stellen, met name voor grotere productie-eenheden.
Gebruikte bronnen: