Blackhouse

Laatst bijgewerkt: 28-12-2025


Definitie

Een blackhouse is een traditioneel woningtype, veelal voorkomend in de Schotse Hooglanden, de Hebriden en Ierland, gekenmerkt door zijn robuuste constructie uit lokaal beschikbare materialen en het ontbreken van schoorstenen en ramen.

Omschrijving

Dit type woning, ook wel een 'byre-dwelling' genoemd, huisvestte vaak zowel mensen als vee onder één dak, gescheiden door een eenvoudige afscheiding. De dikke, dubbelwandige muren waren opgebouwd uit drooggestapelde stenen met een kern van aarde of turf, wat zorgde voor isolatie tegen het barre klimaat. Het dak, vaak van turf en riet of stro, werd vastgezet met touwen en verzwaard met stenen om bestand te zijn tegen sterke wind. Binnenin brandde een open turfvuur in het midden van de woonruimte, waarvan de rook ontsnapte door het rieten dak; dit droeg bij aan de verwarming en beschermde het dak tegen ongedierte, maar zorgde ook voor een roetige binnenzijde. De naam 'blackhouse' ontstond vermoedelijk in de late 19e eeuw om deze traditionele woningen te onderscheiden van modernere 'white houses' die wel schoorstenen en ramen hadden.

Kenmerken en Bouwwijze

Blackhouses werden strategisch gebouwd met dikke muren en lage, afgeronde daken om weerstand te bieden aan de intense Atlantische winden. De muren, soms wel 2 meter dik, bestonden uit twee lagen drooggestapeld steen met daartussen organisch materiaal zoals turf, aarde of topgrond. Hout, vaak schaars, werd lokaal verzameld of bestond uit drijfhout en diende voor het dakspant. Het dak, bedekt met een laag turf en vervolgens riet of stro, werd beschermd door een netwerk van touwen verzwaard met stenen. Een typisch kenmerk was de 'shelf' aan de binnenzijde van de muur, ontstaan doordat de dakconstructie op de binnenmuur rustte, wat ook toegang bood voor dakonderhoud. Hoewel het concept duizenden jaren oud is, dateren veel bewaard gebleven ruïnes uit de periode na 1850.

Functie en Levensstijl

De blackhouse-architectuur weerspiegelde de noodzaak om te overleven in een ruig klimaat met beperkte middelen. De dieren in de stal aan het ene uiteinde van het huis droegen bij aan de verwarming van de woning, vooral in de winter. De open turfvuur was het hart van het huis, gebruikt voor koken en verwarming. De rook die door het dak trok, hielp niet alleen bij het conserveren van het rieten dak, maar ook bij het afweren van insecten. Tot in de jaren '70 van de 20e eeuw werden blackhouses nog bewoond, totdat nieuwe gezondheidsvoorschriften de scheiding van mens en dier vereisten en modernere 'white houses' gangbaarder werden. Tegenwoordig zijn veel blackhouses gerestaureerd en dienen ze als historische bezienswaardigheden of toeristische accommodatie.

Gebruikte bronnen: