Wilgenhout
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Wilgenhout is het hout afkomstig van bomen uit het geslacht Salix en staat bekend om zijn lichtheid en flexibiliteit.
Omschrijving
Wilgenhout is een loofhoutsoort met een fijne nerf en rechte of iets kruisdradige draad. De kleur varieert van bleek crèmekleurig tot lichtbruin of rozebruin kernhout met vrijwel wit spinthout. De kwaliteit en eigenschappen kunnen sterk variëren afhankelijk van de groeiomstandigheden en de specifieke wilgensoort. Wilgenhout is over het algemeen zacht, licht in gewicht (volumieke massa van 320-550 kg/m³ bij 12% vochtgehalte) en goed bewerkbaar met scherp gereedschap. Het droogt snel, maar ongelijkmatig drogen kan voorkomen. De impregneerbaarheid is over het algemeen goed. Wilgenhout valt in lagere sterkteklassen (C en D) en is daardoor minder geschikt voor zware constructies. Het is ingedeeld in duurzaamheidsklasse 5, wat betekent dat het buiten onbehandeld snel kan rotten. Echter, behandeld of op de juiste manier toegepast (zonder grondcontact) kan de levensduur aanzienlijk langer zijn.
Toepassingen
Vanwege de specifieke eigenschappen wordt wilgenhout traditioneel gebruikt voor diverse toepassingen waar licht gewicht, buigzaamheid en eenvoudige bewerking belangrijk zijn. Dit omvat onder andere vlechtwerk zoals manden, hekwerken en tuinschermen, klompen, gereedschapsstelen, speelgoed, fruitmandjes en zeefranden. Specifieke, snelgroeiende soorten worden gebruikt voor cricketbats. In de waterbouw wordt wilgenhout, met name in de vorm van wilgentenen (buigzame twijgen), al lange tijd toegepast voor onder andere oevers, bodems van dijken, stuifschermen en zinkstukken. Bijzondere toepassingen zijn 'levende constructies' zoals wilgenhutten en -tunnels, waarbij levende wilgentakken worden gevlochten tot groeiende structuren voor bijvoorbeeld speelplaatsen en natuurlijke afscheidingen. Deze levende bouwwerken kunnen bij goed onderhoud tientallen jaren meegaan. De duurzaamheid van wilgenhout in buitentoepassingen kan worden verbeterd door behandeling met conserveermiddelen of een geschikte afwerking, mits er geen direct contact met de grond is.
Gebruikte bronnen: