Waterpassing
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Waterpassing is een meettechniek waarbij met een waterpasinstrument en een meetlat hoogteverschillen tussen punten worden bepaald ten opzichte van een horizontaal vlak of een referentiepunt, zoals het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Omschrijving
Waterpassing is een fundamentele meetmethode die wordt toegepast in onder andere de bouwkunde en landmeetkunde om nauwkeurig hoogteverschillen te meten. Dit is essentieel voor diverse werkzaamheden, waaronder het uitzetten van hoogtes voor funderingen, het nivelleren van terreinen, het plaatsen van bouwelementen en bij infrastructurele projecten. De meting wordt uitgevoerd met behulp van een waterpasinstrument en een meetbaak. De persoon achter het instrument leest de waarde af op de baak die op verschillende punten wordt geplaatst. Door het verschil in aflezing te berekenen, wordt het hoogteverschil tussen de punten bepaald. Nauwkeurige waterpassing is cruciaal voor een correcte afwatering, de stabiliteit van constructies en de veiligheid op de bouwplaats.
Werkwijze en Nauwkeurigheid
Het waterpasinstrument wordt opgesteld op een statief en horizontaal gesteld met behulp van een doosniveau of libel en stelschroeven. Moderne instrumenten beschikken over een compensator die kleine afwijkingen corrigeert. Een waterpassing wordt doorgaans uitgevoerd door twee personen: één die het instrument bedient en één die de meetbaak vasthoudt. Bij aanvang wordt de baak op een punt met een bekende hoogte geplaatst, waarna aflezingen worden gedaan op te meten punten. De nauwkeurigheid van waterpassing kan zeer hoog zijn, tot enkele tienden van millimeters over een kilometer. Om de nauwkeurigheid te controleren, kan een waterpassing heen en terug worden uitgevoerd; het hoogteverschil moet dan op nul uitkomen.
Toepassingen
Waterpassing wordt in diverse sectoren toegepast. In de bouw is het onmisbaar voor het stellen van onder andere deuren, kozijnen en muren, en bij grotere objecten worden stelwaterpassen gebruikt. Ook in de installatietechniek wordt waterpassing gebruikt voor het opstellen van toestellen en leidingen. In de landmeetkunde wordt waterpassing gebruikt voor het bepalen van hoogteverschillen ten opzichte van referentiepunten zoals het NAP. Andere toepassingen zijn zettingsmetingen, uitzetwerken die hoge hoogtenauwkeurigheid vereisen, en het controleren van de vlakheid van bijvoorbeeld betonplaten. Doorgaande waterpassing is een techniek voor het meten van hoogteverschillen over lange afstanden, cruciaal bij projecten zoals wegenbouw en watermanagement. De Tweede Algemene Waterpassing (TAW) is de referentiehoogte voor hoogtemetingen in België, vergelijkbaar met het NAP in Nederland.
Vergelijkbare termen
Nivellering
Gebruikte bronnen: