Uitsparing
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een uitsparing is een bewust aangebrachte opening of holte in een bouwkundig element of constructie.
Omschrijving
Uitsparingen worden in de bouw toegepast om ruimte te bieden aan andere bouwelementen, installaties of voor specifieke functionele doeleinden. Ze kunnen worden aangebracht in diverse bouwdelen zoals muren, vloeren en plafonds. De vorm en grootte van een uitsparing zijn afhankelijk van de beoogde functie. Bij het ontwerpen en aanbrengen van uitsparingen is het essentieel om rekening te houden met de constructieve integriteit van het bouwwerk.
Toepassingen en context
Uitsparingen worden onder andere gemaakt voor het doorvoeren van leidingen (elektriciteit, water, gas, luchtbehandeling), kabels, buizen en kokers. Ook voor grotere elementen zoals ramen en deuren zijn uitsparingen noodzakelijk. In vloeren, bijvoorbeeld kanaalplaatvloeren, kunnen uitsparingen worden opgenomen. Een specifiek voorbeeld is het steigergat, een uitsparing in een muur voor de bevestiging van steigerbalken. Bij prefab betonnen constructiedelen kunnen buis- of kokervormige uitsparingen, ook wel 'gains' genoemd, worden aangebracht voor koppelingen middels stekken. Raveelijzers worden gebruikt als hulpconstructie om balken rondom een uitsparing in een vloer, zoals bij een trapgat of schoorsteen, op te vangen. In het geval van schoorsteenplaten kunnen uitsparingen dienen voor schoorsteenpotten. Bij het bepalen van het tarra oppervlakte van een gebouw worden nissen en uitsparingen kleiner dan 0,5 m² meegeteld. Negatieve mallen worden gebruikt om uitsparingen in ter plaatse gestort beton te realiseren. Ook bij houtbewerking, zoals het maken van verbindingen of aanpassen van balken, kunnen uitsparingen worden toegepast.
Vergelijkbare termen
Nis
Gebruikte bronnen: