Talud

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een talud is een bouwkundig aangelegd schuin vlak dat een hoogteverschil overbrugt, bijvoorbeeld langs een weg, spoor, watergang of dijk.

Omschrijving

Taluds worden toegepast in diverse civiele werken, zoals bij dijken, spoorwegen, wegen, watergangen, bruggen en tunnels. Ze kunnen zowel een ophoging als een ingraving zijn. De helling van een talud wordt uitgedrukt als een verhouding hoogte:aanleg. Deze hellingshoek is afhankelijk van factoren zoals de grondsoort, bouwkundige eisen en beschikbare ruimte. Een talud helpt bij het bieden van stabiliteit en het tegengaan van afschuiven van materiaal. Vaak wordt een talud bekleed met bijvoorbeeld gras of stortsteen om erosie te beperken.

Binnen- en buitentalud bij dijken

Bij dijken wordt onderscheid gemaakt tussen het binnen- en buitentalud. Het buitentalud is de helling aan de waterkant van de dijk, terwijl het binnentalud de helling aan de landzijde is. Bij een waterkerende dijk heeft het talud aan de waterzijde een waterkerende functie en aan de andere zijde een stabiliteitsfunctie. Hierdoor kunnen de hellingshoek, het materiaal en de bewapening aan beide zijden verschillen.

Natuurlijk talud en verstevigingen

Elke grondsoort heeft een 'natuurlijk' talud, een helling waarbij de grond niet verschuift. Deze hoek hangt af van de cohesie en inwendige wrijving van de grond. Bij zand is dit vaak ongeveer 45 graden (1:1). Bij bouwkundige constructies zoals spoorwegen of dijken worden vaak flauwere hellingen toegepast (bijvoorbeeld 1:3) in verband met bouwkundige en veiligheidseisen. Wanneer er onvoldoende ruimte is voor een natuurlijk talud, bijvoorbeeld in bebouwde gebieden, worden bouwkundige verstevigingen zoals wapening gebruikt.

Vergelijkbare termen

Helling

Gebruikte bronnen: