Spanningsverliesberekening

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een spanningsverliesberekening is een technische berekening om de spanningsval in een elektrische installatie te bepalen, veroorzaakt door de weerstand van de geleiders en de stroombelasting.

Omschrijving

Elke elektrische geleider bezit weerstand, wat leidt tot een spanningsval wanneer er stroom doorheen vloeit. Dit ongewenste spanningsverlies resulteert in een lagere spanning op het aansluitpunt vergeleken met het voedende punt. De grootte van het spanningsverlies wordt beïnvloed door factoren zoals de lengte en doorsnede van de kabel, het geleidermateriaal, de stroombelasting en de omgevingstemperatuur. Volgens NEN 1010, rubriek 525, mag het spanningsverlies tussen het begin van de installatie en de aansluitpunten bij normaal bedrijf niet meer dan 5% van de nominale spanning bedragen. Voor verlichtingsinstallaties wordt in bijlage 52.G van NEN 1010 aanbevolen het verlies tot 3% te beperken. Een te groot spanningsverlies kan leiden tot slecht functionerende apparatuur, hogere stroomopname en overbelasting, verminderde lichtopbrengst of flikkering, en niet goed werkende relais. Het spanningsverlies kan reeds in de ontwerpfase worden berekend als onderdeel van het leidingontwerp, bijvoorbeeld met behulp van software of de methodiek uit NEN 1010.

Gevolgen van te groot spanningsverlies

Wanneer het spanningsverlies in een elektrische installatie te groot is, kan dit diverse negatieve effecten hebben. Apparatuur functioneert mogelijk niet correct of raakt zelfs defect. Ook kan er een hogere stroom worden opgenomen, wat leidt tot overbelasting. Bij verlichting kan een te groot spanningsverlies zich uiten in minder lichtopbrengst of flikkering. Relais kunnen eveneens minder betrouwbaar werken. Daarnaast leidt spanningsverlies tot vermogensverlies en energieverlies, doordat de weerstand in de kabel warmte genereert.

Factoren die spanningsverlies beïnvloeden

De omvang van het spanningsverlies wordt bepaald door verschillende factoren. De weerstand van de geleider is afhankelijk van het materiaal (bv. koper of aluminium), de lengte en de doorsnede; een dikkere en/of kortere geleider heeft een lagere weerstand. De stroom die door de geleider loopt, is evenredig met het spanningsverlies (Wet van Ohm: U=I*R). Ook de omgevingstemperatuur en de aanlegmethode van de kabels kunnen de weerstand en daarmee het spanningsverlies beïnvloeden. Bij wisselstroom speelt ook de reactantie van de kabel een rol, met name bij grotere doorsneden. Bij het berekenen moet rekening worden gehouden met de impedantie van het voedingspunt van de installatie.

Gebruikte bronnen: