Sliet
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een sliet is een recht, ruw geschild stammetje of paaltje van meestal elzenhakhout met een diameter van ongeveer 10-12 cm en een tamelijk grote lengte.
Omschrijving
Slieten werden in het verleden voor diverse doeleinden in de bouw en landbouw gebruikt. Een belangrijke toepassing was als funderingsmateriaal, met name in gebieden met een slappe ondergrond zoals klei en veen. Hierbij werden korte slieten dicht op elkaar in de grond geslagen als compactiepalen om de draagkracht te vergroten, of langere slieten gebruikt in een roosterwerk als onderdeel van een fundering onder muren of poeren. Ook werden slieten gebruikt als ligger in vloeren, bijvoorbeeld voor hooizolders in oude boerderijen, waarbij ze los op gebinten werden gelegd. Daarnaast kon 'sliet' verwijzen naar horizontale staken die in stallen werden gebruikt als afscheiding voor vee of als algemene aanduiding voor een sta-, lig- of zitplaats.
Toepassingen
Slieten kenden verschillende toepassingen. Ze werden gebruikt voor grondverbetering onder funderingen door als korte paaltjes (compactiepalen) in slappe grond te worden geslagen om de draagkracht te verhogen. Ook werden ze gebruikt in een funderingsmethode waarbij een groot aantal korte stammetjes met daarop horizontale stammen of dikke planken werden geplaatst. Daarnaast fungeerden slieten als liggers voor zoldervloeren, zoals in hallenhuisboerderijen waar ze de hooizolder van het stalgedeelte vormden. Deze slieten werden los op de gebinten gelegd om eenvoudig verwijderd te kunnen worden. Verder konden slieten dienen als horizontale afscheidingen tussen vee in stallen of meer algemeen als aanduiding voor een individuele plaats voor mens of dier. In de Veluwe werden balkslieten gebruikt om de hooizolder losjes dicht te leggen.
Historisch gebruik
Het gebruik van slieten als funderingsmateriaal gaat ver terug. In West-Nederland werden elzen slieten van circa 1,5 à 2 meter lengte al rond 1300 gebruikt onder funderingen van stenen muren of onder poeren om de bodem meer draagkracht te geven. Deze vroege funderingen met slieten konden echter vervormingen in het metselwerk veroorzaken doordat de paaltjes konden wijken. Later ging men over op het toepassen van roosterwerken van rondhout en later gekantrecht hout om dit probleem te ondervangen. Bij een andere historische funderingsmethode werden twee dunne rondhouten (slieten) in de lengterichting van de toekomstige muur gelegd, waartussen aangepunte paaltjes werden geslagen, met daaroverheen weer dunnere slieten evenwijdig aan de oorspronkelijke. Over dit geheel werden dan weer slieten dwars gelegd.
Vergelijkbare termen
Zand
Gebruikte bronnen: