Natuursteen-bewerkingen
Laatst bijgewerkt: 26-12-2025
Definitie
Natuursteen-bewerkingen omvatten diverse technieken die worden toegepast om ruwe natuursteen geschikter te maken voor specifieke toepassingen in de bouw en andere sectoren, door de steen de gewenste vorm, afmeting en oppervlaktestructuur te geven.
Omschrijving
Natuursteen wordt gewonnen in grote blokken uit groeves of gespleten tot platen, waarbij het initieel een ruw, gezaagd oppervlak heeft. Dit oppervlak wordt verder bewerkt om het gladder of juist ruwer te maken, afhankelijk van de steensoort, de gewenste esthetiek en de beoogde toepassing. Deze oppervlaktebehandelingen hebben een aanzienlijke invloed op het uiteindelijke uiterlijk van de steen, waaronder de kleurintensiteit, textuur en reflectie van licht. Het polijsten kan bijvoorbeeld de kleuren intenser en donkerder maken, terwijl vlammen deze juist kan verzachten. De keuze van de bewerking is cruciaal voor de functionaliteit en uitstraling, zowel voor binnen- als buitentoepassingen, zoals voor vloeren, wanden, gevels of ornamenten.
Gladde en Matte Afwerkingen
Voor een gladder of matter oppervlak zijn er verschillende gangbare bewerkingen mogelijk. Na het zagen, wat resulteert in een ruw basisoppervlak, kan men overgaan tot schuren of slijpen om oneffenheden en zaagsporen te verwijderen, wat een mat en fijn ruw oppervlak met eventuele cirkelvormige sporen achterlaat. Het zoeten is een verfijnde schuurfase die een effen, mat oppervlak creëert zonder zichtbare krassen, vaak met een lichte matglans, waarbij de kleuren mooi tot hun recht komen zonder te spiegelen. Polijsten is de bewerking die een zeer glad en glanzend oppervlak genereert, waardoor kleuren dieper en voller worden en patronen in de steen duidelijker zichtbaar zijn. Niet elke steensoort is echter geschikt voor polijsten.
Ruwe Afwerkingen
Om een ruwer oppervlak te creëren, worden andere technieken toegepast. Frijnen is een bewerking, handmatig of machinaal, waarbij parallelle groeven worden aangebracht met hamer en beitel, resulterend in een karakteristiek plat profiel. Bij boucharderen wordt met een bouchardeerhamer op het materiaal geslagen, wat een oppervlak met talrijke kleine putjes veroorzaakt. Vlammen of branden houdt in dat het oppervlak van de steen aan een vlam wordt blootgesteld, waardoor kleine deeltjes afspringen en een ruwe, anti-slip textuur ontstaat, veelal gebruikt voor buitentoepassingen. Zandstralen bewerkt het oppervlak onder hoge druk met zand, wat een fijnkorrelig, schuurpapierachtig uiterlijk geeft en ook wordt ingezet voor reiniging of om de steen te verouderen. Ten slotte levert kloven of splijten een natuurlijk breukoppervlak op met een onregelmatige structuur, zoals vaak gezien bij leisteen en kwartsiet.
Gebruikte bronnen: