Monnikssteen

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een monnikssteen is een andere benaming voor een kloostermop, een grote baksteen die voornamelijk in de middeleeuwen werd gebruikt.

Omschrijving

Monniksstenen, oftewel kloostermoppen, zijn middeleeuwse bakstenen die aanzienlijk groter waren dan de bakstenen die tegenwoordig gangbaar zijn. De naam 'kloostermop' (en daarmee 'monnikssteen') is waarschijnlijk ontstaan doordat deze stenen in de begintijd, rond de 12e en 13e eeuw, vaak door monniken in kloosterovens werden gebakken, met name in het noorden van Nederland. Ze werden voornamelijk toegepast bij de bouw van imposante gebouwen zoals kloosters, kerken en kastelen. Later werden ze ook gebruikt voor muren en andere constructies.

Historie en Herkomst

Na het vertrek van de Romeinen raakte de techniek van baksteenfabricage in West-Europa lange tijd in onbruik. Rond de 12e eeuw, met name vanuit Friese kloosterorden die contacten hadden met Italië waar de kennis bewaard was gebleven, werd het bakken van stenen opnieuw geïntroduceerd in Nederland. De bakstenen uit deze periode, de kloostermoppen of monniksstenen, waren groot van formaat en werden initieel geproduceerd voor de bouw van kloosters. Hoewel de heersende opvatting is dat kloosterorden aan de wieg stonden van deze hernieuwde baksteenfabricage, kregen ook bakstenen die elders werden gebakken de naam 'kloostermop'.

Afmetingen

De afmetingen van monniksstenen (kloostermoppen) variëren aanzienlijk, maar zijn doorgaans groter dan die van moderne bakstenen. Veelvoorkomende afmetingen liggen tussen circa 30-38 cm in lengte, 14-18 cm in breedte en 8-12 cm in hoogte. Een min of meer standaardformaat dat later ontstond, is 28,5 x 13,5 x 8,5 cm, wat met een brede voeg uitkomt op ongeveer 30,0 x 15,0 x 10,0 cm. Over het algemeen geldt de regel: hoe dikker de mop, hoe ouder deze is.

Vergelijkbare termen

Nonnensteen

Gebruikte bronnen: