Kruipkelder

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een kruipkelder, ook wel kruipruimte genoemd, is een lage ruimte onder de begane grondvloer van een gebouw.

Omschrijving

De kruipkelder dient als ruimte tussen de bodem (of bodemafsluiting) en de onderkant van de begane grondvloer. Deze ruimte is bedoeld voor het wegwerken van diverse leidingen, zoals rioolbuizen, verwarmingsbuizen, en elektrische kabels en leidingen. Ook maakt de kruipkelder toegang mogelijk voor inspectie en reparatie van deze leidingen en de fundering. Historisch gezien was de kruipruimte vaak noodzakelijk om een houten balklaag van de begane grondvloer te beschermen tegen vocht vanuit de bodem. Een minimale hoogte van 500-600 mm wordt aanbevolen voor een kruipruimte om deze toegankelijk te maken. Tegenwoordig zijn kruipruimtes niet altijd meer nodig, bijvoorbeeld bij betonnen vloeren die direct op zand gestort worden.

Ventilatie en vocht

Goede ventilatie is essentieel in een kruipruimte om stilstaande en te vochtige lucht te voorkomen en zo het rotten van een eventuele houten balklaag tegen te gaan. Ventilatie kan worden gerealiseerd met vloerventilatiekokers of renovatiekokers. Om vochtproblemen te bestrijden, kunnen bodemafsluiters worden toegepast, zoals schuimbeton, schelpen, polystyreen chips, of folie over de grond. Bij permanent water in de kruipruimte is het belangrijk de oorzaak vast te stellen, zoals een hoge grondwaterstand of lekkages.

Isolatie

Een kruipruimte kan geïsoleerd worden voor warmte en tegen vocht. Materialen zoals schuimbeton, polystyreen chips en thermokussens kunnen hiervoor gebruikt worden. Bij het isoleren is het belangrijk dat het isolatiemateriaal ook doorloopt of gespoten wordt tegen de fundering om te voorkomen dat muren te veel warmte opnemen. Bij isolatie met bodemfolie is het cruciaal dat de kruipruimte droog staat bij aanbrengen en dat de ruimte onder de folie geventileerd blijft om schimmelvorming te vermijden.

Vergelijkbare termen

Kelder | kruipruimte | funderingsruimte

Gebruikte bronnen: