Klisklezoor
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een klisklezoor is een baksteen die in de lengterichting verticaal is gehalveerd, waardoor deze de volle lengte van een strek en de halve breedte van een kop heeft.
Omschrijving
De klisklezoor is een specifiek bewerkte baksteen die wordt toegepast in metselwerk. Door de halvering in de lengte is het 'kopeinde' van een klisklezoor een halve kop breed. Op de kopse kant gezien toont een klisklezoor een bijna vierkant oppervlak, wat het soms lastig maakt deze te onderscheiden van een klezoor (een kwart van de steenlengte). Klisklezoren worden gebruikt om de stootvoegen (verticale voegen) in verschillende metsellagen goed op elkaar aan te laten sluiten en het gewenste metselverband te realiseren. Ze werden historisch toegepast, onder meer bij het beëindigen van gevels en op hoeken en bij vensteropeningen in steensdik metselwerk.
Synoniemen en uiterlijk
Voor een klisklezoor worden in de praktijk ook de namen 'hengst', 'hengstenlul' of 'paardenlul' gebruikt als informele aanduidingen. Hoewel een klisklezoor de volledige lengte van een baksteen (strek) behoudt, is deze in de breedte gehalveerd. Op het kopeinde, het korte zijvlak van de steen, is de klisklezoor daardoor slechts half zo breed als een normale kop en lijkt deze qua formaat op de kopse kant op een klezoor.
Toepassing in metselverbanden
Klisklezoren vinden hun toepassing in verschillende metselverbanden. Ze worden gebruikt om de overlap tussen stenen in opeenvolgende lagen correct te krijgen, met name bij het aanbrengen van hoeken en bij de afsluiting van metsellagen. In de 17e eeuw was het gebruik van klisklezoren in hoeken en bij vensteropeningen een kenmerkende metselwijze in steensdikke muren. De toepassing van de klisklezoor hielp voorkomen dat stootvoegen direct boven elkaar kwamen te liggen, wat bijdroeg aan een sterkere muurconstructie.
Vergelijkbare termen
Daklat
Gebruikte bronnen: