Houtvochtgehalte
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Het houtvochtgehalte is de verhouding tussen het gewicht van het vocht in het hout en het gewicht van het hout in volledig droge toestand, uitgedrukt in procenten.
Omschrijving
Het vochtgehalte van hout is een cruciale factor in de bouw, aangezien het de eigenschappen van het hout beïnvloedt, zoals sterkte, krimp- en zwelgedrag, en gevoeligheid voor aantasting door schimmels en houtrot. Hout is hygroscopisch, wat betekent dat het vocht uit de omgeving kan opnemen en afstaan totdat een evenwicht is bereikt met de relatieve luchtvochtigheid. Dit evenwichtsvochtgehalte is afhankelijk van de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving. Schommelingen in het houtvochtgehalte kunnen leiden tot maatveranderingen zoals krimp en zwelling, wat belangrijk is om rekening mee te houden bij de verwerking en toepassing van hout in constructies.
Vezelverzadigingspunt
Tijdens het drogen van hout verdampt eerst het vrije water uit de celholten. Zodra dit water is verdwenen en de celwanden vocht beginnen te verliezen, wordt gesproken van het vezelverzadigingspunt. Boven dit punt vindt er geen maatverandering (krimp of zwelling) meer plaats in het hout.
Meting van houtvochtgehalte
Het houtvochtgehalte kan op verschillende manieren worden gemeten. Een traditionele methode is het drogen van een houtmonster in een oven en het verschil in gewicht te bepalen ('oven drogen testen'). Er bestaan ook draagbare vochtmeters. Sommige meters gebruiken pinnen die in het hout worden gestoken en meten de elektrische weerstand, aangezien droog hout een hogere weerstand heeft dan vochtig hout. Andere, niet-destructieve meters maken gebruik van elektromagnetische sensoren (non-pin type) of hoogfrequente golven die tegen het houtoppervlak worden geplaatst. Voor een betrouwbare meting is het bij gekloofd hout aan te raden op meerdere plekken te meten en het gemiddelde te nemen.
Evenwichtsvochtgehalte en toepassingen
Het ideale houtvochtgehalte is afhankelijk van de beoogde toepassing en de omgevingsomstandigheden. Hout zal zich aanpassen aan de heersende relatieve luchtvochtigheid totdat een evenwicht is bereikt. Voor verschillende toepassingen in de bouw gelden aanbevelingen voor het evenwichtsvochtgehalte. Zo wordt voor structuurhout een vochtgehalte van ≤ 20% aanbevolen, voor gevelbetimmering circa 14%, voor buitenterrassen tussen 14 en 18%, en voor binnen toepassingen zoals meubilair en vloeren tussen 7 en 11%. Bij kale behandelingen van hout kan een maximaal houtvochtgehalte van 17-19% worden aangehouden volgens richtlijnen van verfleveranciers.
Vergelijkbare termen
Houtkrimp
Gebruikte bronnen: