Frijnen

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Frijnen is een bewerkingstechniek voor natuursteen waarbij evenwijdige groeven of ribbels in het oppervlak worden aangebracht.

Omschrijving

Frijnen is een sierbewerking die voornamelijk wordt toegepast op natuursteen. Het kan zowel handmatig met een hamer en beitel (ceseel) als machinaal worden uitgevoerd. Bij handmatig frijnen slaat de steenhouwer met een klopper en ceseel evenwijdige rijen lijnen in het oppervlak. Deze lijnen liggen dicht naast elkaar en vormen zo een geribbeld patroon. Machinaal frijnen gebeurt vaak door het frezen of zagen van parallelle, ondiepe lijnen in het steenoppervlak. Het resultaat van machinaal frijnen is doorgaans strakker en rechter dan handmatig frijnwerk. De dichtheid van de frijnslagen kan variëren, uitgedrukt in het aantal slagen per palm (100 mm). Een grove frijnslag heeft bijvoorbeeld minder slagen per palm dan een fijne frijnslag. Frijnen wordt onderscheiden van scharreren doordat bij frijnen de slagen even breed zijn en in elkaars verlengde liggen, en het wordt toegepast op een glad oppervlak, terwijl scharreren op een ruwer oppervlak gebeurt en de beitel dieper wordt aangelegd.

Toepassing en patronen

Frijnen wordt al eeuwen toegepast als afwerking voor diverse natuurstenen elementen, zoals gevels, pilasters, plinten en aanrechtbladen. Het dient zowel esthetische doeleinden als, in sommige gevallen, het verminderen van geluidsoverlast bij grote gefrijnde oppervlakken. Naast het standaard patroon met doorlopende lijnen in de lengterichting van het werkstuk, zijn er diverse frijnpatronen mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn de kathedraalslag in ruitjes- of dambordpatroon, de wilde kathedraalslag en de visgraatslag. In Nederland wordt bij restauraties van monumenten soms de voorkeur gegeven aan handmatig frijnwerk boven machinaal gefreesd werk om de historische uitstraling te behouden. In België wordt machinaal frijnen meer toegepast.

Hollandse en Belgische frijnslag

Er bestaat een verschil tussen 'Hollands frijnen' en 'Belgisch frijnen'. Bij 'Hollands frijnen' wordt elke uitholling (frijn) veroorzaakt door twee opeenvolgende slagen: een 'steekslag' waarbij de beitel enigszins in de steen wordt geslagen, gevolgd door een slag waarbij de beitel uit het oppervlak wordt geslagen. Bij 'Belgisch frijnen' wordt elke frijn in principe met een enkele slag gecreëerd waarbij de beitel uit het oppervlak wordt geslagen. Het resultaat van 'Hollands frijnen' kan een grilliger patroon geven dan 'Belgisch frijnen'.

Vergelijkbare termen

Hakwerk

Gebruikte bronnen: