Dilatatiesteen
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een dilatatievoeg in metselwerk is een onderbreking in het metselwerk om het werken van de muur, zoals uitzetting en krimp door temperatuurverschillen, op te vangen en scheurvorming te voorkomen.
Omschrijving
Dilataties in metselwerk zijn noodzakelijk omdat het buitenspouwblad grotere lengteveranderingen ondergaat dan de binnenconstructie. Ze vangen vervormingen op die ontstaan door onder andere temperatuurverschillen, maar ook door aangrijpende belastingen zoals kruip van vloeren of zettingen. Dilatatievoegen kunnen zowel verticaal als horizontaal worden toegepast. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bouwfysische dilataties (door temperatuurbewegingen) en bouwtechnische dilataties (door bouwkundige keuzes). Richtlijnen voor dilataties in metselwerk zijn vastgelegd in normen zoals de NEN-EN 1996-2 Eurocode 6 en de CUR aanbeveling 82.
Uitvoering van Dilatatievoegen in Metselwerk
Dilataties in metselwerk kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd. Een 'open' dilatatievoeg kan ontstaan door het gebruik van 5 mm dikke aluminium of kunststof strips bij het metselprofiel, waarbij de voeg vrij van specie blijft. Ondanks de term 'open', kan hier toch een rotbestendige comprimeerbare schuimband worden gebruikt. Een gevulde voeg wordt vaak als een 10 mm brede voeg uitgevoerd en afgedicht met kit op een rugvulling of met schuimband. Bij betonstenen en -blokken kunnen dilataties worden uitgevoerd als een koude voeg, ook wel knipvoeg genoemd (0 mm), hoewel een knipvoeg strikt genomen geen dilatatievoeg is in bakstenen metselwerk. Bouwtechnische dilataties in het buitenblad van baksteen metselwerk, die worden aangebracht op plaatsen waar ook dilataties in de draagconstructie zijn, dienen ten minste dezelfde breedte te hebben als de dilatatievoeg in de draagconstructie. Deze voegen zijn vaak wijder dan 5 mm en vereisen een afdichting voor een voldoende dicht buitenblad, waarvoor een voegbreedte van ten minste 10 mm noodzakelijk is.
Positionering van Dilatatievoegen
De positionering van dilatatievoegen in metselwerk is belangrijk en er dient rekening gehouden te worden met onder andere uitwendige en inwendige hoeken. Bij een uitwendige hoek kan de dilatatievoeg maximaal 3 koppen uit de hoek worden geplaatst, waarbij het gedeelte om de hoek geen spouwanker mag bevatten. Indien dilatatievoegen op gebouwhoeken ongewenst zijn, kan een dilatatie op grotere afstand tot de hoek worden aangebracht, tot een maximum van 3 meter, waarbij binnen 0,5 meter van de hoek geen spouwankers worden toegepast. Een inwendige hoek in metselwerk dient gedilateerd te worden. De afstand tussen verticale dilataties varieert afhankelijk van de geveloriëntatie en het formaat van de stenen. Horizontale dilataties worden toegepast vanaf bepaalde hoogtes of aantallen bouwlagen.
Vergelijkbare termen
Dilatatievoeg |
Uitzetvoeg |
Bewegingsvoeg
Gebruikte bronnen: