Damptransport
Laatst bijgewerkt: 27-12-2025
Definitie
Damptransport is de verplaatsing van waterdamp door materialen of constructies, voornamelijk gedreven door dampdrukverschillen via dampdiffusie of luchtstroming (convectie).
Omschrijving
Damptransport is een fundamenteel bouwfysisch verschijnsel dat de beweging van waterdamp in en door bouwconstructies beschrijft. Vocht, gegenereerd door dagelijkse activiteiten zoals ademen, koken en douchen in een gebouw, zoekt altijd een weg van een gebied met een hogere dampconcentratie (hoge dampspanning) naar een gebied met een lagere dampconcentratie (lage dampspanning).
Er zijn twee primaire mechanismen van damptransport:
* Dampdiffusie: Dit is het langzame transport van waterdamp door poreuze bouwmaterialen, veroorzaakt door een verschil in waterdampdruk aan weerszijden van een constructie. De waterdamp beweegt zich hierbij door de lucht in de poriën van het materiaal.
* Convectief damptransport (luchtstroming): Dit type damptransport ontstaat door de verplaatsing van lucht, vaak via luchtlekken of kieren in de constructie. De hoeveelheid vocht die door convectie in een constructie terechtkomt, kan aanzienlijk groter zijn dan door diffusie. Bij convectie is het dampdrukverschil niet de primaire drijfveer; de luchtverplaatsing zelf is verantwoordelijk voor het transport, en dit kan zelfs van een plaats met lage naar een plaats met hoge dampspanning plaatsvinden.
De richting van damptransport is in de wintermaanden doorgaans van binnen naar buiten, aangezien de dampdruk binnen een woning hoger is dan buiten. Ongecontroleerd damptransport kan leiden tot inwendige condensatie in de bouwconstructie, wat diverse vormen van schade kan veroorzaken, zoals houtrot, corrosie of schimmelgroei.
Dampweerstand en Preventie
Materialen bieden een zekere weerstand tegen damptransport, de zogenaamde dampdiffusieweerstand. Deze wordt gekwantificeerd met de µ-waarde (mu-waarde) of de Sd-waarde (equivalente luchtlaagdikte). De µ-waarde is een dimensieloos getal dat aangeeft hoeveel keer groter de dampdiffusieweerstand van een materiaal is ten opzichte van die van een even dikke laag stilstaande lucht. Hoe hoger de µd- of Sd-waarde, hoe beter het materiaal damp tegenhoudt. Een dampopen materiaal heeft een lage Sd-waarde (bijvoorbeeld 0,04 m), terwijl een dampremmend materiaal een hogere waarde heeft (bijvoorbeeld Sd > 20 m) en een dampscherm een zeer hoge waarde (Sd > 100 m).
Om de risico's van inwendige condensatie en de daaruit voortvloeiende schade te minimaliseren, worden bouwconstructies vaak voorzien van dampremmende lagen aan de warme zijde van de isolatie. Een effectieve strategie is ook om de waterdampdoorlatendheid van de verschillende lagen van een constructie geleidelijk te laten toenemen van binnen naar buiten, wat bekend staat als dampopen bouwen. Het voorkomen van luchtlekken is hierbij cruciaal, aangezien convectie via kieren en naden veel meer vocht kan transporteren dan diffusie door de materialen zelf.
Gebruikte bronnen: