Dakschild
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een dakschild, ook wel dakvlak genoemd, is een hellend vlak dat samen met één of meerdere andere dakschilden de vorm van een hellend dak bepaalt.
Omschrijving
Een dakschild vormt een essentieel onderdeel van een hellend dak en wordt afgewerkt met dakbedekking om het gebouw te beschermen tegen weersinvloeden. De vorm en het aantal dakschilden zijn afhankelijk van het type dak. Zo heeft een zadeldak twee dakschilden die samenkomen in de nok, terwijl een schilddak vier dakschilden heeft: twee trapeziumvormige aan de lange zijden en twee driehoekige aan de korte zijden. Een lessenaarsdak heeft slechts één schuin aflopend dakschild. Dakschilden hoeven niet altijd vlak te zijn; ze kunnen ook gebogen of geknikt zijn. De hellingshoek van een dakschild is belangrijk en bepaalt mede de afwatering. Hellende daken hebben over het algemeen een helling van minimaal 15°. Bij een helling tussen 7° en 15° wordt gesproken van een low pitch system, en tussen 15° en 25° van een flauw hellend dak, waarvoor aanvullende maatregelen nodig kunnen zijn afhankelijk van de dakpan.
Opbouw en onderdelen
De constructie van een dakschild bestaat doorgaans uit een raamwerk van spanten of kepers die van de nok naar de dakvoet lopen. Hierop worden tengels en panlatten bevestigd, waarna de dakbedekking, zoals dakpannen, wordt aangebracht. Onder de panlatten en tengels bevindt zich vaak een onderdakfolie die waterkerend en dampdoorlatend is. Het dakbeschot, meestal in de vorm van dakplaten of dakelementen, ondersteunt de constructie, zorgt voor winddichtheid en draagt bij aan isolatie. Afhankelijk van de constructie kan ook een dampdichte laag aanwezig zijn. Belangrijke aansluitingen van het dakschild zijn de nok aan de bovenzijde en de dakvoet aan de onderzijde. Hoekkeper en kilkeper zijn respectievelijk de uitwendige en inwendige hoeken tussen twee dakschilden. Dakdoorbrekingen zoals dakramen, schoorstenen en ventilatiedoorvoeren zijn onderbrekingen in het dakschild.
Soorten daken met dakschilden
Verschillende dakvormen worden bepaald door het aantal en de vorm van de dakschilden. Voorbeelden van daken met dakschilden zijn onder andere het zadeldak (twee dakschilden), schilddak (vier dakschilden), lessenaarsdak (één dakschild), tentdak (vier of meer driehoekige dakschilden die in één punt samenkomen) en wolfsdak (zadeldak met afgeschuinde vlakken aan de korte zijden). Ook bij specifieke toepassingen zoals torenspitsen kunnen dakschilden voorkomen, zoals een rombisch dakschild met een ruitvorm. Dakkapellen kunnen ook verschillende dakvormen hebben, waaronder varianten met een verlengd dakschild.
Vergelijkbare termen
Dakvlak
Gebruikte bronnen: