Constructiehout
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Hout dat wordt geselecteerd en verwerkt voor dragende en structurele toepassingen in de bouw, zoals balken, stijlen en dakspanten, waarbij sterkte, duurzaamheid en stabiliteit belangrijk zijn.
Omschrijving
Constructiehout, ook wel bouwhout genoemd, is een fundamenteel materiaal in de bouw. Het wordt al eeuwen gebruikt en heeft zijn waarde bewezen voor de constructie van daken, vloeren en wanden. Constructiehout is verkrijgbaar in verschillende soorten, voornamelijk naaldhoutsoorten zoals vuren, grenen, lariks en douglas, maar ook hardhout zoals eiken en azobé wordt voor constructieve doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld in waterbouw of scheepsbouw. De keuze van het hout hangt af van de specifieke toepassing en de vereiste eigenschappen.
Belangrijke kenmerken van constructiehout zijn sterkte, stabiliteit en duurzaamheid. Om aan de eisen van structurele toepassingen te voldoen, wordt het hout vaak gesorteerd en geclassificeerd op basis van sterkte-eigenschappen volgens normen zoals EN 338 en EN 14080, aangeduid met sterkteklassen zoals C18 en C24 voor naaldhout en D voor loofhout. C24 is bijvoorbeeld een veelvoorkomende klasse voor dragende elementen.
Naast massief hout vallen ook gemanipuleerde houtproducten zoals gelamineerd hout (BSH) en KVH-hout onder constructiehout. Gelamineerd hout biedt door het verlijmingsproces hoge stabiliteit en draagkracht, waardoor het geschikt is voor grote overspanningen. KVH-hout (Konstruktionsvollholz) is specifiek ontwikkeld voor moderne houtbouw en kenmerkt zich door maatvastheid en hoge kwaliteit.
Omdat constructiehout, met name naaldhout, gevoelig kan zijn voor vocht, schimmels en insecten, worden behandelingen zoals impregneren of drenken toegepast om de duurzaamheid te vergroten, vooral bij buitentoepassingen of in vochtige omstandigheden. Het gebruik van constructiehout draagt bij aan duurzaam bouwen, omdat hout een hernieuwbare grondstof is die CO2 opslaat en een lagere milieubelasting heeft dan sommige andere bouwmaterialen.
Soorten Constructiehout
Constructiehout omvat diverse houtsoorten en bewerkte houtproducten. De meest gebruikte soorten zijn naaldhout, zoals vuren, grenen, lariks en douglas. Deze soorten zijn relatief licht en economisch. Loofhoutsoorten zoals eiken en azobé worden ook gebruikt, met name in situaties die hoge duurzaamheid of sterkte vereisen, zoals in de waterbouw. Daarnaast zijn er specifiek vervaardigde houtproducten voor constructieve toepassingen, zoals:
* Massief hout (gezaagd of geschaafd): Traditioneel constructiehout, vaak vuren met sterkteklasse C24 voor dragende toepassingen.
* Gelamineerd hout (BSH): Bestaat uit verlijmde lamellen en is geschikt voor grote overspanningen en constructies die hoge stabiliteit vereisen.
* KVH (Konstruktionsvollholz): Speciaal geselecteerd en bewerkt massief hout met gecontroleerde maatvastheid en kwaliteit, veel gebruikt in houtskeletbouw.
Sterkteklassen en Normering
Om de geschiktheid van hout voor constructieve doeleinden te waarborgen, wordt het geclassificeerd in sterkteklassen. Deze classificatie is gebaseerd op normen zoals EN 338 voor gezaagd hout en EN 14080 voor gelamineerd hout. De sterkteklassen voor naaldhout worden aangeduid met een 'C' gevolgd door een getal (bijvoorbeeld C18 of C24), terwijl loofhout wordt aangeduid met een 'D'. Een hogere sterkteklasse geeft aan dat het hout een grotere belasting kan dragen.
Voor constructiehout dat binnen de Europese Unie op de markt wordt gebracht voor structurele toepassingen, is een CE-markering vereist. Deze markering geeft aan dat het hout voldoet aan de Europese regelgeving voor bouwproducten, inclusief eisen met betrekking tot mechanische sterkte, stabiliteit, brandveiligheid en duurzaamheid.
Vergelijkbare termen
Bouwhout
Gebruikte bronnen: