Bossche School

Laatst bijgewerkt: 27-12-2025


Definitie

De Bossche School is een traditionalistische stroming in de Nederlandse architectuur, voornamelijk actief van 1946 tot 1989, die zich kenmerkt door een sobere vormgeving en een strikte toepassing van het 'plastische getal' als maatsysteem voor evenwichtige proporties.

Omschrijving

Deze architectuurstroming is gebaseerd op de theorieën van architect en Benedictijner monnik Dom Hans van der Laan (1904-1991) en kwam voort uit de Delftse School. De naam 'Bossche School' verwijst naar de driejarige 'Cursus Kerkelijke Architectuur' die tussen 1946 en 1973 in het Kruithuis in 's-Hertogenbosch werd gegeven. Deze cursus, geleid door Dom Hans van der Laan, zijn broer Nico van der Laan en Cees Pouderoyen, was bedoeld om architecten te begeleiden bij de naoorlogse wederopbouw van kerken. Later werden de principes ook toegepast op wereldlijke gebouwen, zoals gemeentehuizen en woningen.

Kenmerken en Principes

De Bossche School kenmerkt zich door een heldere geometrie, rechte lijnen en dikke muren. Essentieel is de focus op ruimtewerking, waarbij architectuur wordt gezien als het afbakenen van ruimte om deze bewoonbaar, zichtbaar en meetbaar te maken voor de mens. Er is een duidelijke afkeer van ornamenten en ronde vormen. Ramen zijn vaak rechthoekig en diep geplaatst, met duidelijk zichtbare dagkanten om de muurdikte te benadrukken. De buitenmuren zijn veelal aangesmeerd met cementpap en voegen tussen bakstenen zijn volledig opgevuld. De stijl streeft naar een vast ritme en de onderlinge samenhang van alle onderdelen binnen het geheel.

Het Plastische Getal

Een centraal element in de Bossche School is 'het plastische getal', een door Dom Hans van der Laan ontwikkeld verhoudingenstelsel. Dit systeem, dat kan worden gezien als een driedimensionale uitwerking van de gulden snede, biedt een reeks van ideale verhoudingen (o.a. 1:1, 3:4, 4:7, 3:7) als basis voor orde en harmonie in het ontwerp. Dit getalmatig systeem bepaalde de proporties van alle bouwelementen, van de wanddikte tot de algehele opzet van een gebouw, en was gericht op het creëren van universele proporties.

Toepassingen en Materialen

De materialenkeuze van de Bossche School is sober en praktisch, veelal bestaande uit baksteen, beton en hout, materialen die gemakkelijk verkrijgbaar waren. Vloeren zijn vaak uitgevoerd in gewassen grind in cement. Naast kerken en kloosters zijn er in deze stijl ook woonhuizen en gemeentehuizen ontworpen. Belangrijke voorbeelden zijn de Abdij Sint Benedictusberg in Vaals, het Huis Jan de Jong in Schaijk en het gemeentehuis van Oirschot.

Gebruikte bronnen: