Blussen
Laatst bijgewerkt: 27-12-2025
Definitie
Blussen verwijst in de bouw zowel naar het stoppen van een brand door het wegnemen van zuurstof, brandstof of warmte, als naar het chemische proces waarbij ongebluste kalk (calciumoxide) met water reageert om gebluste kalk (calciumhydroxide) te vormen.
Omschrijving
Op bouwplaatsen en in gebouwen is brandbestrijding een essentieel veiligheidsaspect. Blussen houdt in dat een beginnende brand wordt gestopt met geschikte blusmiddelen, zoals waterblussers voor vaste stoffen (klasse A), schuimblussers voor vaste stoffen en vloeistoffen (klasse A en B), poederblussers voor diverse brandklassen (A, B, C) of CO₂-blussers voor elektrische apparatuur en vloeistoffen (klasse B, voorheen E) zonder residu achter te laten. Het is cruciaal om het juiste blusmiddel te kiezen, aangezien water ongeschikt kan zijn voor bijvoorbeeld vet- of elektrische branden, wat de situatie kan verergeren. Regelmatig onderhoud van blusmiddelen is wettelijk verplicht en moet voldoen aan normen zoals NEN 2559. Bouwwerken moeten tevens voorzieningen hebben om brand binnen redelijke tijd te kunnen bestrijden, zoals droge blusleidingen en brandslanghaspels, waarvan de aanwezigheid en projecteringseisen zijn vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Beton zelf brandt niet en kan bijdragen aan brandcompartimentering, waarbij het bij lage temperaturen (tot 250°C) zelfs in staat is zijn structuur te herstellen na blussing door verdamping en heropname van vocht.
Kalk blussen in bouwmaterialen
Het "blussen" of "lessen" van kalk is een fundamenteel chemisch proces bij de bereiding van traditionele bouwmaterialen. Ongebluste kalk, ofwel calciumoxide (CaO), wordt met water (H₂O) in contact gebracht, wat een exotherme reactie veroorzaakt waarbij calciumhydroxide (Ca(OH)₂, gebluste kalk) ontstaat. Deze reactie genereert aanzienlijke warmte, tot ongeveer 85°C. Er zijn twee hoofdzakelijke methoden voor het blussen van kalk: droog blussen en nat blussen. Bij *droog blussen* wordt precies genoeg water toegevoegd om alle ongebluste kalk om te zetten in een droog kalkpoeder, waarbij al het water chemisch bindt met de kalk. Bij *nat blussen* wordt een overmaat aan water gebruikt, wat resulteert in een vloeibare kalkmelk of een deegachtige kalkmassa, ook wel putkalk of kalkdeeg genoemd, die na bezinken ontstaat. Gebluste kalk is geschikt voor de verwerking in metsel- en pleistermortels en is het bindmiddel dat, door reactie met kooldioxide uit de lucht, uiteindelijk weer verhardt tot calciumcarbonaat (kalksteen), waarmee de kalkcyclus rond is. Ongebluste kalk is bijtend en kan brandwonden veroorzaken bij contact met vochtige huid.
Gebruikte bronnen: