Belastingen op daken

Laatst bijgewerkt: 27-12-2025


Definitie

Belastingen op daken omvatten alle krachten en gewichten die inwerken op een dakconstructie, essentieel voor het ontwerp en de stabiliteit van een gebouw.

Omschrijving

De stabiliteit van een dakconstructie is afhankelijk van de mate waarin het bestand is tegen diverse belastingen. Deze belastingen worden doorgaans onderverdeeld in permanente (of dode) en veranderlijke (of variabele) belastingen. Het correct berekenen en opvangen van deze krachten is cruciaal voor de veiligheid, bruikbaarheid en duurzaamheid van een bouwwerk. Nederlandse en Europese normen, zoals de Eurocodes (NEN-EN 1991), zijn leidend bij het vaststellen van de rekenwaarden voor deze belastingen.

Soorten belastingen

Daken worden blootgesteld aan verschillende soorten belastingen die in twee hoofdcategorieën vallen: Permanente belasting (Dode belasting) Dit zijn de vaste gewichten die continu op het dak aanwezig zijn en nauwelijks in grootte variëren. Hieronder vallen het eigen gewicht van de dragende dakconstructie (balken, liggers, platen), de dakbedekking (inclusief eventuele ballastlaag zoals grind), isolatie, en vaste installaties zoals zonnepanelen of een groendak. Het gewicht van de materialen kan sterk uiteenlopen; zo weegt een betonnen plat dak aanzienlijk meer dan een houten constructie, en dakpannen zijn zwaarder dan een EPDM-dakafdichtingsbaan. Veranderlijke belasting (Variabele belasting) Deze belastingen zijn niet altijd aanwezig of kunnen significant variëren in grootte en locatie gedurende de levensduur van de constructie. Belangrijke veranderlijke belastingen zijn onder andere: * Hemelwater: Regen, sneeuw en hagel. Sneeuwbelasting is de mechanische belasting die sneeuw uitoefent op het dak. In Nederland wordt doorgaans gerekend met een standaard sneeuwbelasting van 70 kg/m² (ongeveer 0,7 kN/m²). Ophoping van sneeuw of de vorming van ijs kan deze belasting fors verhogen; 10 cm ijs kan tot 92 kg/m² wegen. Normen zoals NEN-EN 1991-1-3 behandelen de sneeuwbelasting. * Windbelasting: De druk- en zuigkracht die wind uitoefent op het dak. Deze belasting is afhankelijk van de gebouwhoogte, de locatie (bijvoorbeeld aan zee versus landinwaarts) en de gebouwvorm, waarbij wind op hoeken en randen sterker inwerkt. NEN-EN 1991-1-4 behandelt de windbelasting. * Gebruiksbelasting: Personen (bijvoorbeeld tijdens onderhoud of bij dakterrassen), goederen, materieel, en tijdelijke voorzieningen zoals airco's. Bij een dakhelling tussen 0 en 15 graden wordt voor personen en materieel vaak 1 kN/m² aangehouden. * Overige invloeden: Ook mechanische belastingen zoals trillingen en vibraties bij lichte constructies, en milieu-invloeden zoals waterdamp en UV-straling, kunnen de levensduur en prestaties van de dakafdichting beïnvloeden.

Belasting en constructief ontwerp

Bij het ontwerpen van een dakconstructie moet de constructeur rekening houden met het maximale gewicht dat het dak moet kunnen dragen, uitgedrukt in kilogram per vierkante meter. Dit omvat een zorgvuldige berekening van zowel de permanente als de veranderlijke belastingen, waarbij veiligheidsfactoren worden toegepast (bijvoorbeeld 1,2 voor permanente en 1,5 voor veranderlijke belastingen) om onzekerheden en piekbelastingen op te vangen. De Eurocodes, in Nederland aangestuurd door het Bouwbesluit 2012, geven richtlijnen voor deze berekeningen, waaronder specifieke normen voor sneeuw- en windbelasting (NEN-EN 1991-1-3 en NEN-EN 1991-1-4). Bij het plaatsen van extra elementen zoals zonnepanelen of een groendak, die de permanente belasting aanzienlijk kunnen verhogen, is een nieuwe constructieve toets van de draagkracht essentieel. Een goede verdeling van de belasting over het dakoppervlak is hierbij van groot belang. Voor platte daken is voldoende afschot cruciaal om wateraccumulatie, een potentieel grote variabele belasting, te voorkomen.

Gebruikte bronnen: