Afzettingsgesteente
Laatst bijgewerkt: 27-12-2025
Definitie
Afzettingsgesteente, ook bekend als sedimentair gesteente, is gesteente dat ontstaat door de lithificatie (verharding) van afgezet sediment of organisch materiaal aan of vlak onder het aardoppervlak.
Omschrijving
Afzettingsgesteenten vormen een van de drie hoofdgroepen gesteenten, naast stollingsgesteenten en metamorfe gesteenten, en bedekken het grootste deel van het aardoppervlak. Ze ontstaan uit materiaal dat door verwering en erosie is losgemaakt van bestaand gesteente en vervolgens door water, wind, ijs of zwaartekracht is getransporteerd en afgezet. Door de druk van bovenliggende sedimentlagen en chemische processen, zoals de neerslag van mineralen, worden de losse sedimenten samengedrukt en aan elkaar gekit, wat leidt tot de vorming van vast gesteente; dit proces wordt diagenese of lithificatie genoemd. Een belangrijk kenmerk van veel afzettingsgesteenten is hun gelaagde structuur.
Ontstaan van afzettingsgesteente
Het ontstaan van afzettingsgesteenten volgt een cyclus die begint met verwering, waarbij bestaand gesteente afbreekt. De losgekomen deeltjes, klasten of sediment genoemd, worden vervolgens getransporteerd door natuurlijke krachten zoals water, wind of ijs. Op plaatsen waar de transportsnelheid afneemt, bezinken de deeltjes en vormen ze lagen sediment. Door de opeenstapeling van lagen neemt de druk toe, waardoor het water uit de poriën van het sediment wordt geperst en de deeltjes dichter op elkaar komen te liggen (consolidatie). Tegelijkertijd kunnen mineralen die in het grondwater zijn opgelost, neerslaan en de sedimentkorrels aan elkaar kitten, een proces dat cementatie wordt genoemd. Deze processen van compactie en cementatie, gezamenlijk bekend als diagenese of lithificatie, transformeren het losse sediment uiteindelijk tot vast afzettingsgesteente.
Soorten en toepassingen in de bouw
Afzettingsgesteenten kunnen op basis van hun samenstelling en ontstaanswijze in verschillende hoofdgroepen worden ingedeeld. Klastische sedimentgesteenten bestaan uit fragmenten van ander verweerd en geërodeerd gesteente, zoals klei, silt, zand of grind. Voorbeelden zijn zandsteen (uit samengeperst zand), schalie (uit samengeperste klei) en conglomeraat (uit samengekitte kiezelstenen en grind). Chemische sedimentgesteenten ontstaan door de neerslag van opgeloste mineralen uit water, bijvoorbeeld kalksteen en dolosteen. Organogene sedimentgesteenten vormen zich door de ophoping van organisch materiaal, zoals plantenresten die onder druk en temperatuur kunnen veranderen in veen, bruinkool en uiteindelijk steenkool, of uit schelpen en kalkskeletjes van organismen die kalksteen vormen.
In de bouw vinden afzettingsgesteenten diverse toepassingen. Zandsteen en kalksteen worden vaak gebruikt voor gevelbekleding, vloeren en wanden. Kalksteen dient ook als toeslagmateriaal in beton en als grondstof voor cement en mergel. Zandsteen wordt daarnaast toegepast voor constructies, aanrechtbladen en decoratieve elementen. De geschiktheid hangt af van specifieke eigenschappen zoals sterkte, hardheid, porositeit en esthetische kenmerken.
Gebruikte bronnen: